Aandoeningen

De knie

 

 

De knie is een scharniergewricht. Het bestaat uit twee botdelen: het scheenbeen en het dijbeen. De uiteinden zijn bedekt met een laagje kraakbeen. Deze laag is elastisch en vangt schokken en stoten op, zodat de knie soepel beweegt. Aan de binnen- en buitenzijde van de knie zit een meniscus: een soort stootkussen. Midden in de knie liggen de twee kruisbanden: een voorste en een achterste kruisband. De voorste kruisband heeft 2 functies: voorkomen dat het onderbeen tijdens bewegen te ver naar voren schiet en beperken van te grote draaibewegingen in de knie. De achterste kruisband voorkomt ook draaibewegingen, maar ook overstrekken van de knie.  Aan de voorzijde zit de knieschijf (patella). De patella zorgt ervoor dat er meer kracht gezet kan worden door de bovenbeens spieren.

Het kniegewricht is door zijn functie en bouw een van de zwaarst belaste gewrichten van ons lichaam. Het heeft een grote beweeglijkheid met weinig stabiliteit door zijn eigen vorm. Het band apparaat (mediale en laterale collaterale banden en voorste/achterste kruisband) vormen de belangrijkste stabilisatoren. Daarbij zijn er nog belangrijke stabilisatoren die door spiergroepen, als de bovenbeenspieren (m. quadriceps), de spieren aan de achterzijde bovenbeen (hamstrings) en de kuitspieren, worden gevormd.

De hefboom- en draaikrachten die op de knie inwerken, kunnen zo groot zijn dat de stabiliserende krachten dit niet kunnen opvangen. Band- en meniscusletsel zijn het gevolg.  Daarnaast komt artrose van de knie veel voor.

In de subgroepen, onder het kopje aandoeningen, worden de belangrijkste afwijkingen besproken en wat er aan gedaan kan worden inclusief het revalidatie traject nadien.

Hier nog een korte animatie film met uitleg over het kniegewricht.

Bron: Zorg voor beweging/NOV/Dr. H.J. Mencke